Achter de schermen
“Eerlijk gezegd moet ik de nadelen van OneNote nog ontdekken”
Het Office-pakket van Microsoft heeft veel te bieden, maar mensen kijken vaak niet verder dan Word en PowerPoint. OneNote is echter ook een heel handige tool voor zowel leraren als leerlingen, zeker in combinatie met Microsoft Teams. We spraken met Wilco Willemse, Microsoft Innovative Educator Expert voor Microsoft en leerkracht op de PC Jenaplanbasisschool De Canadas en de Peppels, over de verschillende toepassingen.
OneNote kwam al jaren geleden op het pad van Willemse. Microsoft was voor de ICT-fanaat geen vreemde, maar Teams en OneNote gebruikte hij nog niet. De software wekte echter wel zijn nieuwsgierigheid en na enkele testen raakte Willemse razend enthousiast. Zelfs zo enthousiast dat collega’s er ook mee wilden werken. Al snel verspreidde het gebruik ervan op De Canadas zich als een olievlek. “Het fijne aan dit programma is dat je meteen al je notities bij de hand hebt. Ik kreeg zelfs opmerkingen van collega’s dat ik zo snel notulen en bijlagen tevoorschijn kon toveren. Al snel stapten collega’s in de bovenbouw ook over”, vertelt Willemse.
Individuele toepassingen
OneNote is niet alleen een opslagplaats voor informatie, maar ook een hulpmiddel voor leerlingen met bijvoorbeeld woordenschatproblemen of als ondersteuning van hun organisatie-skills. Via het programma kunnen leerlingen onder andere huiswerk, opdrachten en uitwerkingen ordenen, woorden bij plaatjes zoeken en het synoniemenwoordenboek gebruiken. Ook is er het beeldwoordenboek. Leerlingen krijgen dan een plaatje te zien van het woord dat zij typen of lezen. “Erg handig voor kinderen met een minder grote woordenschat. Zij kunnen het woord ook meteen laten vertalen. Deze hulp met taalvaardigheid is een ware ondersteuning van het onderwijs.” Daarbij heeft het programma een goede zoekfunctie, waardoor leerlingen nooit lang hoeven te zoeken naar de juiste content.
Willemse: “Eerlijk gezegd moet ik de nadelen van de toepassing nog ontdekken. In deze digitaliserende wereld zijn mensen steeds vaker aan het typen en minder aan het schrijven of tekenen, maar met OneNote op de tablet kun je gewoon gebruikmaken van pennen. Het programma zet het handschrift dan om in getypte letters. Andersom kun je ook tekst omzetten naar geschreven tekst. En als ik een imperfecte cirkel teken, maakt OneNote er een perfecte cirkel van.” YouTube-links kunnen in OneNote geplakt worden, waarna het filmpje meteen verschijnt. Ook Spotify-lijsten kunnen volledig in OneNote gezet en bewerkt worden. En zo zijn er nog veel meer programma’s die gekoppeld kunnen worden aan OneNote. Wijzigingen worden meteen opgeslagen in de cloud.
Een andere handige toepassing in de klas is om OneNote in te zetten bij het voorlezen. Kinderen individueel laten voorlezen in het Engels kost bijvoorbeeld veel tijd. Het is echter mogelijk om de kinderen de tekst in OneNote te laten inspreken en dit op een ander moment terug te luisteren en van feedback te voorzien. Andersom kunnen leerlingen via hun tablet teksten voorgelezen krijgen, waarbij zij zelf de snelheid en stem kunnen bepalen. Daarbij is het mogelijk om teksten zo aan te passen dat lezen makkelijk wordt, door bijvoorbeeld het lettertype of de achtergrond aan te passen. Ook kan OneNote bepaalde woordsoorten in een zin aanduiden, zelfstandig naamwoorden een kleur geven bijvoorbeeld.
Klassikale toepassingen
Ook voor de hele klas heeft Microsoft iets bedacht: Class Notebook. OneNote-klasnotitieblokken hebben een persoonlijke werkruimte voor elke leerling, een inhoudsbibliotheek voor hand-outs, en een ruimte voor samenwerking voor lessen en creatieve activiteiten. Willemse: “Binnen de lesgroepen van Microsoft Teams is Class Notebook al automatisch toegevoegd. Zo hebben we een Teams-omgeving voor elke klas. Zo sta ik voor de ‘papegaaiengroep’ en gebruik ik Class Notebook voor Team Papegaaien. Iedere leerling heeft een eigen Microsoft 365-account met toegang tot OneNote en Teams voor al zijn of haar vakken. Het prettige aan het programma is dat je het werkblad kan verzenden naar individuen en groepen. Je weet dat als je een opdracht erin zet, iedereen er meteen bij kan. Sterker nog, ik kan meteen aan de slag met de beoordelingen. De cijfers houd ik dan bij in Teams.”
In de inhoudsbibliotheek staan allerlei opdrachten, maar ook andere zaken als werkwoordspelling. Leerkrachten krijgen lees- en schrijfrecht, leerlingen krijgen alleen leesrecht. In de samenwerkingsruimte kunnen groepjes leerlingen aan opdrachten werken. Deze opdrachten staan allemaal op dezelfde plek en leerlingen hoeven dus niet te zoeken in hun e-mail of op harde schijven naar losse documenten. Zelfs niet-digitale zaken kunnen erin worden vastgelegd. “Hebben de leerlingen een dans gemaakt? Dan voegen we een video daarvan toe. Hebben ze een tekening gemaakt? Dan slaan we daar een foto van op”, vertelt Willemse.
