Achter de schermen

Haagse Scholen doen succesvolle pilot met digitaal klaslokaal

Den Haag is een van de steden in Nederland waar het lerarentekort het sterkst voelbaar is. In sommige buurten overstijgt het de 40 procent. Schoolbestuur de Haagse Scholen deed het afgelopen jaar een succesvolle pilot met het digitale klaslokaal.

“Dit helpt niet alleen tegen het lerarentekort, het draagt ook bij aan de digitale geletterdheid van leerlingen en leraren”, vindt ICT-beleidsadviseur Vincent Heugen. Samen met Maarten van Gelderen, programmaleider Digitale Technologie, organiseerde hij de pilot.

De Haagse Scholen is een van de drie grote onderwijsbesturen in Den Haag. Tot de stichting behoren 51 scholen in het openbaar onderwijs en speciaal (basis)onderwijs. Er werken zo’n 2.000 medewerkers en zo’n 14.500 leerlingen krijgen er les. Net als in vier andere grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Almere) is ook in Den Haag het lerarentekort een groot probleem. “We hebben inmiddels nog maar een of twee scholen waar geen lerarentekort is”, vertelt Vincent. “Alle andere scholen hebben dat wel. Soms gaat het om 0 en 5 procent, ofwel één leerkracht, maar bij sommige scholen stijgt het boven de 40 procent uit. Het tekort is bovendien juist het grootst op de scholen waar de kinderen hun leerkracht het hardst nodig hebben.” 

Vier dagen fysiek, één dag online

Het digitale klaslokaal is een van de mogelijke oplossingen voor het probleem. Daarbij krijgen leerlingen vier dagen fysiek les en de vijfde dag via Teams. Gedurende de vier dagen worden de leerlingen goed voorbereid op dag vijf, zodat ze dan in het digitaal klaslokaal aan de slag kunnen. De leerlingen werken die dag aan opdrachten, rekenwerk, taalwerk, leesopdrachten of luisteren een podcast. Vincent: “De eerste pilot deden we begin 2023 bij de Kameleon, een school in het Laakkwartier. Daar was het tekort zo groot, dat leerlingen structureel een dag per week naar huis werden gestuurd. Voor groep 6, 7 en 8 was maar één leerkracht beschikbaar. In het begin verliep de pilot nog wat stroef, maar iedere week ging het beter. Toen de groepen acht weken op deze manier werkten, stond er iedere week een mooi programma op de digitale dag. Ook leerkrachten werden er steeds beter in.”

Sinds 1 augustus 2023 nemen vijf scholen deel aan de pilot. Het digitale klaslokaal is beduidend anders dan de situatie in de coronaperiode. Destijds waren kinderen vijf dagen per week thuis, voor het digitale klaslokaal kunnen ze wel naar school. Maarten: “Het digitale klaslokaal is beter vormgegeven dan een ad hoc Microsoft Teams-omgeving in de coronaperiode. De bevoegde leraar bereidt de eerste vier dagen een goed doortimmerd lesprogramma voor. Op dag vijf kunnen de leerlingen in de klas onder leiding van een onderwijsassistent aan de slag.”

Op de meeste scholen beginnen de leerlingen vanaf groep 6 met het digitale klaslokaal. Hiervoor hebben ze een eigen apparaat en een koptelefoon nodig. Daarvoor sluit de school een bruikleenovereenkomst af met de ouders. “Met dat materiaal gaan ze netjes om”, constateert Vincent. “De leerlingen nemen echt de verantwoordelijkheid. Voor sommige scholen kan een dergelijke bruikleenovereenkomst financieel nog een uitdaging vormen.”

Beter voorbereid naar het voortgezet onderwijs 

Een bijkomend effect is volgens Maarten en Vincent dat de digitale geletterdheid van de kinderen is verbeterd. Ze zijn zelfstandiger en zelfwerkzamer geworden. Als ze dadelijk van groep 8 naar het voortgezet onderwijs gaan, zijn dat hele prettige eigenschappen. Het geeft leerlingen ook een gevoel van vrijheid: ze hoeven niet plaats- of tijdgebonden te werken maar kunnen zelf hun tijd indelen. Maarten: “De meesten doen het werk die dag tussen 8.30 en 15.00 uur, maar sommigen beginnen al donderdagmiddag na schooltijd. Anderen gaan pas zondag aan de slag.”

Beide mannen raden aan om tijdig te experimenteren met het digitale klaslokaal. Vincent: “Doe dat niet pas als het tekort al is opgelopen tot 35 procent, dan heb je geen tijd meer om het goed op te tuigen. Als het tekort lager is, kun je een half jaar nemen om voldoende hardware te regelen en te zorgen voor goede begeleiding van leerkrachten, leerlingen en ouders. Als je daar iedere week mee oefent, staat het als een huis wanneer het tekort toeneemt.”

Opleiding van leerkrachten

Alhoewel veel leerkrachten ook in coronatijd al onderwijs op afstand hadden gegeven, bleek veel kennis weer weggezakt. In het begin kostte het dan ook de nodige tijd om dat weer bij te spijkeren. “Daarom hebben we een externe partij gevraagd om een knoppencursus Teams te geven”, vertelt Vincent. “De leerkrachten werken in een verbijzonderde versie van Microsoft Teams, met aparte kanalen en een op kinderen gerichte vormgeving. Ook is een koppeling gemaakt met OneNote, ze gebruiken Forms voor het maken van een quiz en de insluitende lezer.” Ook ontwikkelden Maarten en Vincent een toolkit waarin een stapsgewijze training zit en voorbeeldbrieven aan ouders, om hen te informeren over het digitale klaslokaal. “De toolkit heeft enorm geholpen. Ook stelden we een groep leraren samen die affiniteit heeft met digitaal lesgeven. Zij komen eens per twee weken online of fysiek samen om hun ervaringen te delen. Die kruisbestuiving was van grote meerwaarde. Ook gaven we trainingen tijdens deze sessies over specifieke onderwerpen. Met deze toolkit kunnen we ook andere scholen helpen aan een gestandaardiseerd programma”, vertelt Vincent. 

Ouders

Een paar groepen leerlingen hebben nu ruim een half jaar ervaring met het digitale klaslokaal. Naarmate de tijd verstreek nam de tevredenheid toe. Kinderen werden bedrevener, de vormgeving van het programma werd beter en ook ouders wisten beter wat hun rol was. Maarten: “Ouders hebben begrip voor het lerarentekort, maar zijn niet blij als je aankondigt dat de komende vier maanden hun kind op donderdag thuis les krijgt. Vandaar dat we ook de optie van het digitale klaslokaal op school bieden, waarbij onderwijsassistenten aanwezig zijn en zorgen voor een pedagogisch veilige omgeving.”

Lerarentekort structureel 

De voorspellingen voor Den Haag zijn dat het lerarentekort nog niet zo snel opgelost is. In 2024 en 2025 stabiliseert het, maar vanaf 2026 zal het weer stijgen, te oordelen naar de geboortecijfers, het aantal pensioengerechtigde leerkrachten en het aantal afgestudeerden aan de pabo. Vincent: “Bovendien merken we dat leerkrachten op een school met een tekort van meer dan 35 procent veel stress kunnen ervaren. Wanneer je in Pijnacker of Voorburg woont, kan de verleiding groot zijn om in deze randgemeente te gaan werken en geen reistijd kwijt te zijn naar een school die permanent in crisisstand staat.” Met de verwachte toename van de cijfers, blijven alternatieve oplossingen dus noodzakelijk. “Denk bijvoorbeeld ook aan een ‘digitale leerkracht’. Dat is iemand die bevoegd is en niet nog een extra dag fysiek les wil geven, bijvoorbeeld omdat hij in een ander deel van Nederland woont. Die kan een dag in de week vanuit huis een programma draaien.” 

De drie Haagse schoolbesturen kijken ook gezamenlijk naar oplossingen voor het tekort. Maarten: “Eén oplossingsrichting is om een leerkracht te koppelen aan twee onderwijsassistenten. De leerkracht is dan verantwoordelijk voor de instructie en het onderwijskundige aspect, de onderwijsassistenten helpen de leerlingen met zelfstandig werken. Een andere vorm is om meer samenwerking te zoeken met medewerkers in een flexibele schil, zoals sportinstructeurs en creatief geschoolde mensen die vakinhoudelijke lessen geven. Ook zien we succesvolle trajecten met zij-instromers die de overstap maken naar het onderwijs. Zij brengen vaak weer andere vakkennis mee en kunnen soms makkelijker omgaan met een ontwikkeling als het digitaal klaslokaal.” 

Ontvang elk kwartaal de nieuwe artikelen per mail

Vragen of meer informatie?

Onze Servicedesk staat voor je klaar. We zijn elke werkdag bereikbaar tussen 8.30 en 17.00 uur. 030 2856870 info@apsitdiensten.nl